Met de opkomst van buitensporten verschijnt de jas steeds vaker in het gezichtsveld van het publiek. Het meest intuïtieve verschil met de gewone kleding die we dagelijks dragen, is dat de aanvalsjas de kleding die droog en fris kan blijven in een bijzondere omgeving, zoals de luchtvochtigheid buiten, tegelijkertijd normaal comfort biedt. Na de afwerking. Terwijl het regenwater van buitenaf wordt tegengehouden, heeft het een uitstekende luchtvochtigheid, dat wil zeggen, het is waterdicht en vochtig.
De waterdichtheid van de jas is niet alleen afhankelijk van nat worden door water. De jas moet ook voorkomen dat regenwater uit de lucht op 10-12 kilometer hoogte de kleding binnendringt. Er zijn bepaalde eisen aan de waterdichtheid gesteld. In de strikte zin van waterdicht en waterafstotend is dit hier geen concept.
Waterdicht betekent dat textiel volledig ondoordringbaar is en dat noch vloeibaar water noch gasvormig water in het textiel kan doordringen. Over het algemeen is de oppervlaktelaag van waterdicht textiel dicht en ondoordringbaar. Simpel gezegd betekent dit: waterdicht en ademend. Waterdicht (weigerend) betekent waterdicht en ademend. Vloeibaar water dringt niet zonder druk in de stof, maar gasvormig water dringt wel door de opening.
Testen van textiel en waterbestendigheid vormen een norm die moet worden toegepast op bepaalde stoffen met waterbestendige eigenschappen. Dit type norm stelt verschillende eisen per land.
Het detecteren van de waterbestendigheid van textiel wordt ook wel waterbestendigheidsdetectie genoemd. Deze detectie is hoofdzakelijk onderverdeeld in het detecteren van de waterdoorlatendheid (statische waterdruk), het detecteren van de afstoting van oppervlaktewater (sproeiwater) en het testen op regenbuien.
De waterbestendigheidsgraad die vaak in ons dagelijks werk en leven wordt genoemd, is in feite een detectieniveau van het type oppervlakte-water (spray). Spuittest: ISO 4920; BS EN 24920; AATCC 22
Principes: Onder controleomstandigheden werd kwantitatief gedestilleerd water op het strakke oppervlak van het experiment gespoten onder een hoek van 45° op 150 mm onder de spuitmond via de standaardspuitmond. Dit genereerde een nat monster. Het oppervlak van het testmonster werd vergeleken met de standaarddiagramkaart. Controleer het niveau. Belangrijkste punten: niveau 5, niveau 4, niveau 3, niveau 2, niveau 1, in totaal 5 standaardafbeeldingen.
ISO 1 = Aatcc 50; ISO 2 = Aatcc 70; ISO 3 = AATCC 80; ISO 4 = AATCC 90; ISO 5 = AATCC 100.
Als het oppervlak van het monster en de onderkant allemaal nat zijn, krijgt het laagste niveau een score van 0 in de AATCC 22-norm en het laagste ISO-niveau een score van 1.
Voorbereiding op een waterdichte truc met stof
Waterdichte waterafstotende middelen zorgen er niet alleen voor dat de stof waterdicht is, maar voldoen ook op bepaalde vlakken aan de behoeften van mensen. Dit speelt in op de huidige markttrend van de consumentenmarkt naar textiel met waterdichte prestaties.
C8 waterdichtingsmiddel
C6 waterdichtingsmiddel
Fluoride waterdicht
Plaatsingstijd: 22-04-2024
